In gedachten verzonken ergens in het zuiden. Een vogel zien vliegen en hem een herinnering meegeven. Een vorig leven richting horizon.
Wazige snaren, zachte pads: Camo opent minzaam melancholisch. Gestaag krijgt optimisme de bovenhand. Soms ver, soms dicht, is er getik, geklik, gerinkel, geborrel.
De laatste track valt uit de toon. Na een tweede integrale luisterbeurt begrijp ik waarom: het nummer doet tech aan omdat er tot dan toe zoveel te voelen viel. Een goed teken, besluit ik.
Met feedback en korrelige, abstracte arpeggio's bouwt Shiroishi een delicaat dreigende doch bijzonder onheilspellende opening. Na enkele minuten doorboort een hartverscheurende saxofoonlijn de klankenbrij: eerst blaast ze alles weg - ik lig voor een eerste keer tegen het canvas - vervolgens neemt ze wat texturen met zich mee, om uit te monden in een wiegende elegie. Deze toon wordt aangehouden op de A-kant: een meedogenloze combinatie van pijn en schoonheid. De B-kant van Descension opent agressief, lawaaierig en chaotisch, en schopt je brutaal uit het zopas bereikte evenwicht. De grandioze afsluiter van het album biedt alsnog troost: een met stem opgebouwde hymne zalft en heelt.
Dit album scheurt me uiteen, in duizend stukken. Tenorsaxofoon, stem en effecten reflecteren op dit album over donkere menselijke verledens, en katapulteren ze naar het heden. Wanneer ik opgeveegd word en weer heel ben, blijf ik nederig achter in de schaduw van zo’n massieve brok schoonheid.
Je merkt meteen dat Obnoxious geen doordeweekse Braziliaanse plaat is. Toegegeven: een sensuele sax tekent present. En er is de percussie die je enkel terugvindt in een land waar wekelijks batucadaparades door de straten trommelen. Maar onder deze usual suspects stuwt een sectie koperblazers de dingen vooruit. En nog voor we goed en wel vertrokken zijn, een schamele 25 seconden na de start, trekt het zo mogelijk meest on-tropische instrument aller tijden van leer: de klavecimbel! Scherpe tonen klieven de zwoelheid aan stukken, de sfeer kan enkel dreigend genoemd worden - tot suikerrietzoete strijkers voor verzachting zorgen, een koene gitaar licht door de wolken laat breken… En weg zijn we, in galop, de broeierige Braziliaanse warmte in.
Obnoxious heeft veel om verliefd op te worden: de energie, de texturen, het onmiskenbaar Braziliaanse DNA... Daarenboven halen de barokke arrangementen de clichés onderuit van wat je met ‘tropisch’ associëert. Zuiderse ritmes vinden het feilloos met noordse symfonieën: de ene minuut hypnotiseert een gitaar je alsof je zonet Ayahuasca nuttigde ("Memoria"), dan weer luister je naar een pianopartij die Camille Saint-Saens had kunnen schrijven ("Ancoradouro").
Het is bijna misdadig hoogtepunten te selecteren uit een album dat zó goed is, maar het militante "Apocalipse" is een ware tour de force. De intro doet denken aan David Axelrod’s "The Edge", nadat The Alchemist ermee aan de slag ging voor een Action Bronson beat. En dan zijn er ook die strijkers van "Talisma" met José Mauro’s onverzettelijke stemgeluid…
Obnoxious is net als het land waar de muziek gemaakt werd: weelderig, passioneel en vol verrassingen.